Geheugen is een uniek fenomeen datstaat een persoon toe om niet constant in de staat van een pasgeborene te blijven. Daarom is de volledige vitale activiteit ervan alleen mogelijk als dit mentale proces correct functioneert.
Er zijn een groot aantal hypothesen en stromingen,wat kan helpen het fenomeen geheugen te verklaren. Ze vormden gedurende vele jaren van haar studie. Maar er is geen enkele geheugenleer, maar men kan het volgende onderscheiden:
Alle psychologische geheugen theorieën ontwikkelen zich in twee hoofdrichtingen.
Ten eerste, associatief. Het is gebaseerd op het volgende postulaat: als bepaalde formaties in de menselijke psyche gelijktijdig of na elkaar in het bewustzijn ontstaan, ontstaat er een duidelijke associatieve relatie tussen hen. Wanneer een van deze elementen opnieuw verschijnt, wordt een compleet beeld van het hele systeem van elementen in de geest genoemd.
Ten tweede, de theorie van activiteit, volgens welke,het is geheugen dat de factor kan zijn die de vorming van alle processen bepaalt. Eerst zullen er verbindingen worden gevormd tussen het te onthouden materiaal en de acties die de persoon produceert. In deze activiteit wordt onthouden gedefinieerd, evenals de opslag en reproductie van de opgeslagen informatie.
Laten we de basisleer van geheugen eens nader bekijken.
De fysieke geheugenleer werd gebouwd op de volgende postulaten:
Theorieën van geheugen omvatten ook chemisch concept. Het is gebaseerd op de volgende bepalingen:
Theorieën van geheugen werden aangevuld biochemisch concept. De belangrijkste veronderstellingen zijn de volgende:
Geheugentheorieën omvatten fysiologische theorie, die is gebaseerd op het concept van IP. Pavlova. Het belangrijkste postulaat is dat er speciale patronen zijn in het werk van het bni, en in de basis van de herinnering is er slechts een geconditioneerde reflex. Dankzij dit is er een vorm van koppeling tussen nieuwe informatie en de inhoud die eerder in het geheugen werd vastgelegd.
Informatie Cybernetische geheugenleer Wanneer de computertechniek en ontwikkeling van programmeren. Dit vereiste constant zoeken naar manieren, hoe zal de machine informatie opnemen, verwerken en opslaan. Dientengevolge was technische en algoritmische modellering van de geheugenprocessen die in het menselijke brein plaatsvinden vereist.
Vele concepten zijn geformuleerd, en elk heeft zijn eigen "rationele korrel".
</ p>